
1e bedrijf
—————
Er was heel veel geroezemoes, iedereen praatte en lachte door elkaar en toen opeens werd het doodstil! Blijkbaar was het tot het publiek doorgedrongen dat de geluiden niet alleen uit de zaal kwamen. Het rode gordijn deinde heen en weer door de luchtverplaatsingen erachter. Fred en Yvette konden de wind voelen, vanaf hun plaatsen op de eerste rij.
‘Het is een moderne bewerking,’ fluisterde Fred, tikkend op zijn programmaboekje met een blik die leek te willen zeggen “Logisch toch?”.
Yvette lachte smalend. Alsof hij zoveel verstand had van Het Zwanenmeer, op zijn achttiende. Dit was net zo goed zijn eerste balletvoorstelling als die van haar. Ze zuchtte. Dit werd een lange avond. Ze zat hier niet bepaald vrijwillig. Freds moeder, geabonneerd op Het Concertgebouw, de Stadsschouwburg én Het Muziektheater, had Fred de kaartjes voor zijn verjaardag geschonken. Daarbij had ze erop aangedrongen dat Yvette hem zou vergezellen. De koppelaarster.
2e bedrijf
—————
‘Je bent jezelf niet,’ klonk een mannenstem achter het gordijn. ‘Dit kan echt niet, je moet tot bedaren komen.’
‘Ja, en hoe komt dat? Hoe komt dat? Nou?’ schreeuwde een overslaande vrouwenstem. ‘Door die idioot van een regisseur die ons allemaal in haar macht probeert te krijgen door ons deze belachelijke parodie op een schitterend klassiek ballet te laten uitvoeren. Ze heeft ons gewoon betoverd. Ik ben er klaar mee.’
‘Je hebt een contract, moet ik je daaraan helpen herinneren?’ klonk een meer gedempte vrouwenstem. ‘Je kunt mij een idioot noemen, maar daar ben ik totaal niet van onder de indruk. Er zit hier een zaal vol mensen te wachten, dus je raapt jezelf maar mooi bij elkaar en je danst deze voorstelling en alle volgende, anders mag je de rest van je carrière doorbrengen in een of ander lullig kantoorbaantje en langzaam verdrinken in de schadeclaim die ik je ga bezorgen.’
Yvette kon de ademloosheid om zich heen haast horen. Ze keek opzij naar Fred die strak naar het gordijn staarde en boog haar hoofd naar zijn oor.
‘Het hoort niet bij de voorstelling,’ fluisterde ze triomfantelijk in zijn oor.
Hij knikte onwillig.
Op het podium bleef het stil. Na enkele seconden klonk het alsof mensen heen en weer liepen en schuifelden. Toen schoof het gordijn open.
De muziek barstte los, een ander woord had ze er niet voor. Het toneelbeeld deed pijn aan haar ogen en ze wist niet waar ze het eerst naar moest kijken: de groen/geel gebodypainte dansers met gelukkig nog net iets van textiel om het lijf, of het decor dat waarschijnlijk een park moest voorstellen, maar dat nogal surrealistisch overkwam omdat het vol stond met goudkleurig versierde kunstkerstbomen waarin roze, blauwe, groene en paarse lampjes flikkerden.
Na vijf minuten sloot ze haar ogen. Er was in ieder geval mooie muziek om naar te luisteren, maar die had ze dan liever thuis via Spotify beluisterd.
3e bedrijf
—————
Het was een opluchting geweest om de zaal even te kunnen verlaten.
‘Ik weet niet of het zin heeft om in die rij te gaan staan,’ zei Fred met een bedenkelijke blik naar de massa’s mensen voor de champagnebar.
Hij ging haar toch geen champagne door de neus boren? Ze trok een wenkbrauw op.
‘Maakt niet uit, ik probeer het gewoon,’ zei hij haastig en baande zich een weg naar de bar.
Yvette leunde met haar armen op een statafel en bestudeerde het publiek. Ze had verwacht dat iedereen er heel sjiek uit zou zien, in zo’n theater. Ongemakkelijk trok ze aan het witte zijden jurkje dat ze speciaal voor deze gelegenheid had aangeschaft. Ze zag vooral veel spijkerbroeken. Sneakers zelfs. Geïrriteerd schoof ze haar voeten zover mogelijk naar voren in haar witte pumps, in een poging de blaren net boven haar hakken wat minder te voelen. Wie was dat daar naast Fred? Ze rechtte haar rug om beter te kunnen kijken.
De vrouw droeg een dun zwart shirt waar haar zwarte krullen haast naadloos in over leken te vloeien. Op haar rechterarm, die ze nu zowaar om Fred heen sloeg,was van pols tot oksel een zwarte tribal tatoo zichtbaar. Hij leek het nog leuk te vinden ook. Nu kuste ze hem zelfs drie keer op zijn wangen en omhelsde hem veel te lang, voordat hij zich eindelijk losmaakte en de drankjes oppakte.
‘Champagne,’ riep hij, en plantte de glazen op tafel. Hij straalde helemaal.
‘Er zit iets op je wang,’ zei ze. Venijnig veegde ze met haar duimen over zijn rechterwang om de lipstickafdruk weg te poetsen.
Fred hief zijn glas om te proosten. Ze pakte haar glas op, liet het een zuinig knikje maken zonder het zijne aan te raken en dronk het toen in één keer leeg.
Verbaasd keek hij haar aan. ‘Is er iets?’ vroeg hij.
‘Ja, wat zou er zijn?’ vroeg ze, terwijl ze met haar ogen draaide.
‘Je bedoelt toch niet…?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat stelde niets voor. Oude herinneringen kwamen naar boven. Ik was heel even betoverd. Dat was Ilse, mijn allereerste vriendinnetje. Toen we vijftien waren, hadden we iets met elkaar.’
Ze trok een wenkbrauw op.
‘Maar nu voel ik niets meer voor haar hoor,’ haastte hij zich te zeggen. ‘Hee, Yvette. Je bent mijn grote liefde. Ik hou van je. Alle vrouwen verbleken bij jou. Wacht…’
Verbaasd keek ze hoe hij opnieuw naar de bar liep, waar nu geen rij meer stond, om hem even later terug te zien keren met een vol glas bubbels. Vlak voor haar bleef hij staan. Hij reikte haar het glas en zakte toen op zijn knieën voor haar op de grond.
Ze staarde hem aan, zich pijnlijk bewust van de aandacht die ze trokken. ‘Fred,’ fluisterde ze.
Maar hij straalde alweer. ‘Lieve Yvette, wil je met me trouwen?’ vroeg hij.
Ze knikte. Stomverbaasd. ‘Eh, ja,’ zei ze toen.
Hij kwam overeind en zoende haar. Lang. Met een rood hoofd hoorde ze hoe applaus om hen heen losbarstte. Terwijl ze proostten, klonk de zoemer, ten teken dat iedereen weer in de zaal werd verwacht.
‘Zullen we naar huis gaan?’ vroeg Fred. ‘Ik vind er niks aan.’
‘Yes!’ zei ze. Gelukkig hadden ze dezelfde smaak, al vroeg ze zich wel af hoe ze dit aan zijn moeder moesten uitleggen. Nou ja, een toekomstige bruiloft zou veel goedmaken.
4e bedrijf
—————
‘Jammer dat we geen paraplu hebben meegenomen,’ zei Fred, terwijl hij haar in haar jas hielp die hij net in de garderobe had opgehaald.
Samen in de verlaten foyer keken ze naar de regen die tegen de rammen kletterde.
‘Ach, het valt wel mee,’ zei Yvette. Niets kon haar avond meer verpesten. Ze gaf hem een arm. ‘Kom, we gaan.’
Innig gearmd en verliefd verlieten ze het theater. Net toen de hoge glazen deuren achter hen dicht vielen, barstte de regen los in een wolkbreuk die hen volledig overspoelde.
Dit verhaal is onderdeel van het verhalenproject dat ik startte tijdens de corona-crisis, maart 2020. De beginzin: ‘Er was heel veel geroezemoes, iedereen praatte en lachte door elkaar en toen opeens werd het doodstil!’ is van Gertie ten Raa. Geschreven door Manon Brinkman – © 2020