
Amsterdam, metrostation Noord/Zuidlijn, locatie Vijzelgracht. Langste roltrap van Nederland. Need I say more?
De eerste onbewuste meters steeg ik probleemloos. Toen kwam de realisatie. Dit duurt een beetje lang en dit is heel erg hoog. And by the way: wat probeert me aan mijn rug de afgrond in te trekken? Niemand voor me, niemand achter me. Ik gluurde naar boven in een eindeloosheid die mijn nek blokkeerde. Teruggaan kon niet meer. Doorgaan leek onmogelijk, maar ik moest wel. Bekend fenomeen in mijn leven, bedacht ik later, maar daaraan dacht ik niet op dat moment.
Het tempo waarin de roltrap bewoog, vertraagde in mijn beleving, waardoor ik in een stroperige slow motion belandde die mijn gedachten vervormd in mijn hoofd liet klinken. Elke vinger van mijn rechterhand probeerde afzonderlijk grip te krijgen op een roltrapleuning die smeltend rubber leek. Linkerhand en linkerleuning, overwoog ik moeizaam. Geen spier liet zich daartoe verleiden. Visioenen van toeristen met rolkoffers verschenen voor mijn ogen in verlangen naar buffervorming tegen de afgrond. Niemand. Intussen was het alsof mijn rug een van de polen van een magneet was waarop de tegenpool vanuit de diepte zijn aantrekkingskracht richtte. Ineens werd ik afgeleid. Er was iets, binnenin mij. Het trok mijn aandacht.
Verdwaald was ik, onder het ijs, maar ergens daarboven, vlakbij het wak, werd een hulplijntje uitgegooid dat ik vaag opmerkte. Het bleek mijn ademhaling. En dat was raar. In het verleden was het juist mijn ademhaling die me bij dit soort gelegenheden als eerste in de steek liet.
Toen ik mezelf veilig omhoog had geademd, zag ik mensen. Ook toeristen met rolkoffers. Waar waren die geweest? En hoe kwam ik aan de glimlach die ik om mijn mond voelde? Hoe was het eigenlijk mogelijk dat ik zo lang ongestoord op klaarlichte dag in een Amsterdams metrostation had doorgebracht, in mijn eentje op een roltrap? Welke grap haalde het Universum hier met me uit?
Eenmaal thuis heb ik gegoogeld. De roltrap blijkt zevenenveertig meter lang te zijn en ‘de rit’ duurt tachtig seconden. Een beetje veel voor een roltrap. Het begon me te dagen. Lange tijd was mijn leven een beetje veel voor mij geweest. Zo vaak ging ik maar door. Omhoog op pure wilskracht. Veel mee bereikt, zeker niet altijd de dingen die ik werkelijk wilde. Veel mee verloren ook. Blijkbaar had ik nooit de juiste brandstof gebruikt. Levensadem. Wellicht en waarschijnlijk zeer zeker verwant aan meer levensvreugde. Als dat op zo’n roltrap lukt, dan moet het in het dagelijks leven ook haalbaar zijn. Altijd mooi, dit soort lesjes van het Universum.
PS: graag had ik zelf de foto bij deze tekst gemaakt, zoals ik altijd doe, maar dat ging even niet. Om redenen zoals hierboven beschreven 🙂 Daarom een stockfoto, van Unsplash ( Photo by Ehud Neuhaus on Unsplash )